Geschiedenis

Door Kristin Erkamp – Thoes

Wat zouden mijn ouders hier gelukkig van geworden zijn! Mijn moeder heeft er voor gestreden om in de dertiger jaren kapster te mogen zijn. Thuis hoefde ze niet meer te komen, als ze dit uiterst dubieuze vak ging uitoefenen. Dus vertrok ze. Van Zuid-Scharwoude naar Enkhuizen.

Daar mocht ze het kappersvak leren, maar kreeg geen salaris. Erger nog, er moest aan het einde van de week twee gulden vijftig op tafel komen om de kost en inwoning te betalen. Dus ’s avonds werd er op de naaimachine kleding gemaakt en doorverkocht. Ook maakte Stien schoon in een fabriek.

Kortom: kapster zou ze worden! En wat voor één! Het moest gebeuren. Na veel lange dagen en jaren, maar wel met veel plezier, kreeg ze een betrekking in een kapsalon in Alkmaar. En daar liep Cees Thoes achter de bakkerskar.

In 1943 begonnen ze. Eindelijk had ze haar eigen salon. Achter de garage van Martin Schilder aan de Rijksweg (nu staan er woningen) in Limmen.

November 1944 (iedereen verklaarde ze voor gek!), kochten Cees en Stien een oude sigarenfabriek op het Scharloo in Alkmaar. Van de sigarenplankjes is niets overgebleven, die zijn opgestookt. Het was de koudste winter van de oorlog en er was weinig te eten. Gelukkig was de familieband ondertussen weer hersteld en kwamen er vanuit Zuid-Scharwoude af en toe wat aardappelen, boerenkool en melk. Geld werd er niet verdiend. Knippen werd ruilhandel om te overleven. Wat een winter om te beginnen. Met al één kind op de arm, Kees en een baby in de wieg. Dat was Ed. Ja, dezelfde Ed die in 1973 de kapsalon overnam van zijn en mijn ouders.

Jarenlang heeft Ed samen met zijn vrouw en later ook met zijn dochter Amber, de zaak voortgezet. Ze hebben meegedaan aan wedstrijden, stonden in een kappersvakblad en gaven les aan mede vakgenoten. Zo hebben eerst Cees en Stien en later Ed en Marja uiteindelijk een kapsalon opgebouwd die men in heel Alkmaar wist te vinden!

(Overigens zouden er nog 3 jongens achter Ed en Kees aankomen. Peter, Ruud (ook kapper hoor!) en Jan. En… gelukkig ook nog een meisje! Kristin, dat ben ik dus. Zelf heb ik ook in de kapsalon gewerkt, maar ben later in een andere kapsalon verder gegaan.

En dan, het bloed kruipt waar het niet gaan kan: Jill Erkamp!

Nou, eigenlijk viel dat wel mee. Juf wilde ze worden, al vanaf heel jong lag dat besluit vast. Maar na het VWO te hebben afgemaakt, was ze helemaal klaar met dat ‘geleer’. Dus: “ik word kapster!” Eerst heel voorzichtig in de leer bij ome Ed en tante Marja. Maar al snel stond het besluit vast. Naar de kapperschool! Drie jaar in twee jaar gedaan en alle diploma’s op zak!
Nadat ze de kapsalon van haar oom en tante had ingeruild voor Team op de Laat, was ze er tot ieders verbazing ineens klaar mee. Ze besloot: “Ik word toch JUF.”
Ook dit heeft ze met veel overtuiging volbracht. En dan ben je kaar heb je, je iPabo-diploma op zak en is er geen of weinig werk. Invallen af en toe, maar dat is niet echt leuk. En toen vroegen Marja en Amber of ze niet weer 2 of 3 dagen in de kapsalon wilde staan. Ja, er moet toch brood op de plank want ze woont inmiddels samen met Nordin, haar vriend.

Van het een komt het ander. Marja gaf aan dat ze eigenlijk wel van de zorg van de zaak af wil en Amber wil liever het onderwijs in. Zou Jill de zaak willen overnemen?

En toen zag ik in gedachten mijn moeder…. Jill is er ook zo een; dit wil ik, dit ga ik doen! Ze gaat er voor en ik weet zeker dat ze het kan. Het is een goede kapster, kan met alle rangen en standen om gaan en heeft een gezond zakelijk instinct. Daarbij is ze een harde werker en heeft ze een vriend die er achter staat.